Born to be wild
Bart bezocht een popfestival in Nederland en buurman Tuur bleef veilig en droog cocoonen in de Algarve
Bart: Buurman, het zit me niet mee. Du moment dat warmere winden het aanzwellende geluid van krekels meedragen om de zomer in te luiden, moest ik zonodig weer in een Transavia-kist klauteren om mezelf naar drassig Nederland te laten deporteren.
Meer dan ooit zag ik uit naar een trage, lome zomer in een land waar het weer relentless minds zoals het mijne weet te dwingen tot een toontje lager en een tandje zachter. Twee maanden in de luwte van het leven de dagen doorbrengen met ijskoude maar alcoholvrije gin-tonics (katers zijn de hel bij grote hitte), speurend door huis en tuin naar de spaarzame plekken waar de schaarse wind de meeste verkoeling brengt.
In de zomers hier kun je geen handen op een warme laptop leggen zonder kortsluiting door zweet te riskeren en dat is een prima excuus om wat kortere werkdagen te maken in een jaar dat ik - onder enige druk van m’n vrouw - tot semi-sabbatical heb benoemd.
Maar nu zit ik in een vliegtuig richting dreigende weerberichten voor een aantal hele lange dagen. Landen op Eindhoven, naar de oudjes in Roosendaal, diagonaal terug naar Utrecht en van daaruit nog oosterlijker naar het Down the Rabbit Hole-festival in Beuningen, waar ik op voorhand vrees dat de regen niet alleen uit de lucht zal komen maar de drup ook kan zitten in een rivier-tot-de-zee-leus-minnende meute.
Zag je de naargeestige beelden van Glastonbury, waar het heil van Hamas breeduit gevlagd werd? Er werden zelfs Palestijnse parefernalia verkocht en ik ga er voetstoots vanuit dat een kraampje met supporters-prullaria voor het andere team niet geduld zou zijn. Festivals zijn traditioneel stevige trekpleisters voor ongewassen mensen en hun aangekoekte onfrisse utopieën.
Glastonbury
Dit is m’n vijfentwintigste festivalzomer, ik heb het altijd stug volgehouden en als deze Portugal Post gepubliceerd wordt, lig ik dus in een tentje mild te creperen, maar dit jaar bemerk ik toch een groeiende tegenzin om erheen te gaan. Het gezelschap is uitstekend (m’n broer en twee fijne vrienden) maar het affiche zegt me weinig en tijdens het luisteren naar de line-up op Spotify viel me op hoeveel anti-kapitalisme en pro-woke er uit de songteksten van sommige acts sijpelt. Het zal ongetwijfeld aan mijn eigen op deze leeftijd vast wat minder lenige geest liggen, maar ik hoef niet meer zonodig tussen dit soort opvattingen en uitingen te verkeren. Ik ken ze, ze zijn de mijne niet en in combinatie met de weersvoorspellingen, astronomische prijzen voor pils en vegan foodtruck-vreten is goed gezelschap alleen niet meer voldoenden om zulke mineure minpunten te compenseren. Tien jaar terug op Lowlands voelde ik al niet heel welkom meer toen jouw vriend Eric van Eerdenburg begon te donderpreken over de onwenselijkheid van rechtsmensen op zijn feestje, en die dramatiek ging toen nog nota bene maar om wat kleine bezuinigingen van Halbe fucking Zijlstra.
We zijn inmiddels bij Schoof I en die wens ik an sich het beste omdat ander beleid à priori hard nodig is, dus ik kan mijn verhouding tot veel medefestivalgangers alvast uittekenen.
Al goed ende enfin, wellicht kom ik hier volgende week op terug om te verkondigen dat ik een fantástisch weekend heb gehad, waarin mijn geest zich verjongde met nieuwe muziek en ik de vegan foodtrucks dank dat ze in exact het benodigde schijf-van-vijf-voedsel voorzagen waar mensen op mijn leeftijd zo’n weekend toch op kunnen overleven. En je weet wat ze zeggen over regen: het meeste valt naast je.
Impressies van Bart:
Arthur: Ik benijd je niet, jonge vriend, wat dat popfestival betreft! De Hollander in mij ging even naarstig op zoeken naar de prijzen van drank en voer op jouw festival en ik schrok mij een hoedje! Alsof je een emmer leegschudt!
In Duitsland daarentengen staat er op sommige festivals gewoon een enorme pop-up Lidl, met normale prijzen! En in ons Portugal hebben ze dat fenomeen ook al!
Ik ken trouwens mensen die met hun tweede legkippetje – of soms al derde – zoveel mogelijk van die kinderachtige festivals afstruinen en Lowlands is het summum. Daar strompelen en glijden ze dan door de modder en kots achter hun verse quinoakutje aan. Zwetend als een rund, zo’n infantiele bandana op de kale kop, de dikke kantoorreet in een geruite Bermuda gepropt, Birkenstocks onder de spataderpootjes en een tot op de draad versleten T-shirt met de tong van de Rolling Stones over de vieze bierpens gewurgd.
Ik ben een gezegend mens want deze ellende is mij bespaard gebleven, temeer omdat ik dolgelukkig kinderloos ben en dus gevrijwaard van de midlifecrisis.
Mijn allerlaatste festival was Pinkpop in 1974. De enige reden om die vreselijk reis van de hoge Edesche beschaving naar het Diepe Roomse Zuiden te maken, was Captain Beefheart.
Bovendien rekende ik op heel veel dikke blote tieten, want een paar jaar eerder zag ik in het Polygoonjournaal allemaal naakte juffrouwen modderdansen tijdens het popfestival in Kralingen.
Geil huppelen in zo’n heksenkring stond vanaf dat moment op mijn bucketlist (ik dacht dat ik niet ouder zou worden dan zestien).
Het wachten op Don van Vliet bleek een afgrijselijke verzoeking want Joop den Uyl hield op verzoek van apparatsjik Jan Smeets van de Mijnstreek-nomenklatoera een donderpreek van drie uur over de zegeningen van het socialisme. Daarna trad eerst nog dat gore langharige, werkschuwe tuig van Fungus op met dat stomme liedje Kaap’ren varen.
Toen Don van Vliet met zijn Captain Beefheart eindelijk op het podium stond, lag ik als een zwijn door mijn eigen vuil te rollen omdat een hippie lsd in mijn bekertje Exota had geflikkerd. Ik was pas vijftien! De hippie zei dat hij kinderpsycholoog van het Jongeren Advies Centrum in Heerlen was en het spijtte hem dat de dosis lsd iets te fors was uitgevallen. De volgende dag werd ik naast hem wakker. Sjeng had mijn kleertjes gewassen en gaf me geld voor de trein terug, helemaal naar Ede-Wageningen. Toen dacht ik: nooit meer naar een popfestival. Ze zeggen wel eens dat de eerste keer altijd het ergst is maar dat geldt ook voor roken, bier drinken, oesters, spruitjes en kaviaar. Sindsdien ben ik nooit meer naar een popfestival geweest, Bartolomeus. Echter: volgende weekeinde vindt het grootste brommerfestival van Europa plaats in Faro. Met jou als ervaren festivalganger wil ik het nog een keer proberen. Het goede nieuws is dat een halve liter bier daar maar 1,5 euro kost, en kip piripiri maar 5.
Ik kan vervoer regelen: deze oude motor met zijspan. Ik kan niet rijden, dus dat mag jij doen. De ideale Bob!
Ik op de brommer op de piste van Cerro Castor, Ushuaia, Vuurland.


















Pobre Bartão
Hier ben ik toch veel te oud voor?